zondag 6 januari 2013

tips bij het stimuleren van taal

Ik wil jullie graag een paar tips geven bij het stimuleren van de taalontwikkeling bij peuters en kleuters. Taal is heel belangrijk en moet goed onderhouden worden. Vooral dat de kleuters van je klas in een omgeving zitten waar veel algemeen Nederlands gesproken word is belangrijk. Dus hieronder enkele tips:

- het taalaanbod moet rijk zijn: spontaan en natuurlijk, geen kinderlijke taal, verkleinwoorden 
beperken, in volzinnen spreken, handelingen verwoorden en je gesprekspartner uitdagen door
ook nieuwe woorden te gebruiken.

- het rijke taalaanbod moet begrijpelijk zijn: verbind taal met handelen, met voorwerpen en
afbeeldingen/pictogrammen of met woorden die het kind al kent. Benadruk kernwoorden door ze
vooraan in de zin te plaatsen, door herhaling, door de intonatie aan te passen...


- Speel in op wat kinderen boeit en waarmee ze  bezig zijn.

- Doe prikkelende uitspraken of foute beweringen om reactie uit te lokken.

- Stel telkens slechts één vraag (in plaats van meerdere vragen na elkaar) en wacht lang genoeg op het antwoord van de kleuter.

- Werk met een klaspop, knuffel of handpop.

- Dwing kinderen nooit om te spreken, maar moedig hen wel aan.


- Richt je in de eerste plaats op de inhoud van wat het kind vertelt.

- Koppel de onvolledige of foutieve uiting van het kind terug in de vorm van een rijkere en correcte verwoording, zonder daarbij expliciet op de taalfout te wijzen.

- Vraag door om meer informatie te krijgen over wat het kind denkt, voelt en doet.

- Daag kinderen uit om het gesprek verder te zetten.

Hieronder heb ik nog enkele links naar andere sites met goede tips:

http://www.peuterplace.nl/spraakontwikkeling/index.htm
http://kindentaal.logopedie.nl/site


zaterdag 5 januari 2013

Dialect bij kleuters

Ik heb een klein onderzoek gedaan naar het dialect bij kleuters en in de kleuterklas. Daarvoor heb ik mijn nichtje van 5 jaar geobserveerd alsook mijn eerdere stage ervaringen gebruikt. Mijn ondervinding is dat kleuters in hun omgeving erg veel dialect te horen krijgen, en het zelf ook heel veel spreken. Mijn nicht, die aan de zee woont, spreekt eigenlijk nog redelijk mooi Nederlands, hoewel de klanken niet altijd even mooi zijn. Op haar school, tegen over mijn andere stageplaatsen, spreken de meeste juffrouwen ook mooi Nederlands, op een paar woorden na soms. Thuis krijgt ze dan wel veel dialect te horen. De andere kinderen op mijn stagescholen, heb ik alleen op school gezien, bij juffrouwen die meestal heel wat meer dialect spraken in de klas en ik heb gemerkt dat deze kinderen ook zelf meer dialect spreken. Soms hoorde ik ze de stopwoorden 'we' en 'se' gebruiken, die hier in West-Vlaanderen erg veel gebruikt worden. Ook hun klanken waren niet goed zoals de 'e' en de 'r' (wat misschien ook wel aan hun taalontwikkeling kan liggen). Maar ik geloof dat een goede taal op school dus wel helpt bij het onderhouden van het Nederlands bij kinderen. Ikzelf heb er altijd op proberen te letten op stage dat ik zo min mogelijk dialect gebruik en alles zo duidelijk mogelijk uitspreek. Ook probeer ik de kinderen hun woorden te herhalen op de juiste manier wanneer ze iets verkeerd zeggen. Ik denk dat een goed taalgebruik van ons, heel wat kan doen voor het taalgebruik van kinderen.

Beweging standbeelden


Op deze pagina wil ik jullie een opwarmer uitleggen voor een bewegingsles.



Jij bent de opzichter van een museum, en de kleuters zijn op bezoek. Eerst vraag en vertel je wat je kunt doen en zien in een museum, dan of ze weten wat een opzichter doet. Daarna vertel je hun dat je heel erg moe bent van al die uitleg. 'Ik wil een dutje doen, en terwijl ik slaap, mogen jullie rondlopen in het museum. Maar wanneer ik wakker word, veranderen jullie in standbeelden. Dus dan moeten jullie allemaal stilstaan, er mag niemand nog bewegen. ' Dan ga je ergens op een bank, in een stoel, op de grond, ... gaan zitten en doe je alsof je slaapt. Doe je ogen wel maar half dicht om de kleuters toch nog in het oog te kunnen houden! Je kunt de periode die je slaapt ook een liedje opzetten om duidelijker te maken dat ze nu mogen bewegen. Vertel er dan wel bij dat ze meteen stilstaan wanneer de muziek stopt. Wanneer je weer wakker word kun je je uitrekken of gapen, om er nog meer expressie in te steken. Je kunt hen dit een paar keer laten doen met een paar variaties: laat ze gewoon stappen, dan lopen, kruipen, ... maar wel van makkelijk naar moeilijk. Ook bij het stilstaan kun je verschillende opdrachtjes geven zoals zich zo klein mogelijk maken, zo groot mogelijk, een gek standbeeld, ...
Achter deze opwarmer zullen ze zeker goed opgewarmd zijn.


Je kunt deze opwarming ook rond een andere BC doen, zoals bijvoorbeeld de Sint.
Dan zijn zij de Zwarte Pieten en moeten ze oefenen met lopen, kruipen, ... maar Zwarte Piet moet ook kunnen stilstaan om zich te verbergen als er iemand langskomt.




Marsepeinknikkers

Marsepeinknikkers

Ik heb in de klas marsepeinknikkers gemaakt op kleuterniveau.
Het is een heel simpel recept, waar jijzelf als begeleider amper iets hoeft te doen de kleuters kunnen het meeste zelf doen en het bevordert onder andere het wiskundig aspect, de motoriek en nog enkele andere vaardigheden. Alles wat in het recept in het rood is geschreven kan het best door de begeleider gedaan worden om verschillende redenen. Dit recept is ook makkelijk te koppelen aan enkele thema's zoals sinterklaas. Ik heb dit recept ook nog in een kookfries met duidelijke instructies en foto's, als jullie geïnteresseerd zijn mogen jullie mij altijd iets laten weten op het onderstaande e-mail adres:
Mandy_noel91@hotmail.com
Hieronder is het recept:

Ingrediënten

· 4 tassen bloemsuiker
· 5 tassen amandelpoeder
· 2 eieren

Kookmateriaal
· 1 kom
· 3 snijplanken
· 1 klopper
· 1 koffietas


Doe 4 tassen bloemsuiker in de kom. Giet 5 tassen amandelpoeder bij de bloemsuiker.

 Roer de bloemsuiker en het amandelpoeder voorzichtig door elkaar. Scheidt het eigeel en het eiwit van elkaar. Enkel het eiwit heb je nodig.  Giet het eiwit bij de bloemsuiker en het amandelpoeder.
 Kneed de ingrediënten goed door elkaar tot een vast deeg. verdeel het deeg in kleinere porties.
Kneed het deeg. Maak een worst van het deeg. Verdeel de worst in kleine stukjes.
 Rol de stukjes deeg tot bolletjes. Leg de bolletjes in een kom.
 Plaats de kom 2 uur in de koelkast.






woensdag 2 januari 2013

Emma het slimme kuikentje
Auteur: Rahel Nicole Eisenring & Christoph Schuler                  illustrator: Rahel Nicole Eisenring

uitgeverij: de vier windstreken                                                      jaar: 2008

In het boek ‘Emma het slimme kuikentje’ zijn de bruine en de witte kippen aan het ruziemaken over wie de mooiste eieren legt. Wanneer Emma uit haar ei komt en dit ziet, vraagt ze aan haar moeder waarom ze ruzie maken. “Omdat onze witte eieren mooier zijn dan hun bruine eieren, en de bruine kippen willen dat niet geloven.” Emma vindt dat de kippen ruziemaken om niets en als op een dag een wezel hun hok binnenkomt en de kippen bieden hem hun eieren aan omdat hij een “echte kenner” is, vindt Emma dat het genoeg is geweest. Alle dieren kwamen de eieren stelen totdat er een haas langskwam. Emma vertelde hem het probleem en haas vertelde haar wat ze kon doen om het op te lossen. Emma is dag en nacht bezig, en op een ochtend laat ze het resultaat aan de andere kippen zien. Ze heeft alle eitjes geschilderd waardoor je niet meer ziet of het witte of bruine eieren zijn. De kippen zijn heel boos op Emma, maar wanneer de boer langskomt om zijn eieren te halen is hij heel blij omdat dit de eieren zijn die zijn klanten willen voor Pasen. De kippen krijgen een kleine tv omdat de boer zo blij is met de geschilderde eieren. Hierdoor maken de kippen geen ruzie meer.
Het boek heeft een stevige kaft die mooi geïllustreerd is met Emma in het midden tussen het gras en haas op de achtergrond met de eitjes op zijn rug. Het wekt ook een beetje nieuwsgierigheid omdat je nog niet weet wat de haas daar komt doen en waarom Emma slim is, en het thema kan ook een beetje achterhaald worden door de haas met de eitjes, namelijk Pasen (paashaas).
De illustraties in het boek zijn erg groot, ze beslaan 2 pagina’s en hebben grappige details zoals een kip met een zonnebril die een krant leest of een kip met een ei op een zakdoekje in haar handen die er trots mee aankomt lopen. De personages hebben geen omlijning maar zijn wel goed te onderscheiden van de achtergrond. Toch kan het een beetje verwarrend zijn voor jongere kleuters. In de aquarellen worden mooie felle kleuren gebruikt.
Dit boek kan voor verschillende thema’s gebruikt worden. Pasen, zoals hierboven gezegd, maar ook ruzie of kippen. Het boek heeft eigenlijk weinig te zeggen over Pasen zelf, buiten dan het feit dat de eitjes daarvoor kunnen gebruikt worden. Wel wordt er veel ruzie gemaakt en vindt Emma daarvoor een oplossing. Ook kan het gebruikt worden voor kippen omdat het toont dat een kuiken uit een ei komt en dat de eieren van de kippen komen. Deze thema’s zullen wel duidelijker zijn voor oudere kleuters.
Het kader van het verhaal is het kippenhok dat 2 of 3 keer wordt afgewisseld met een andere plaats. Wel wordt er veel met tijd gespeeld. Alles gebeurd chronologisch maar soms met eens een paar dagen of een dag tussen. Zoals wanneer alle dieren de eieren komen stelen, of wanneer Emma alleen bezig is aan de eieren.
Een alwetende verteller wordt afgewisseld met veel dialoog. Er is ook sprake van een ABDES-structuur: Emma wordt geboren, er is ruzie tussen de kippen, Emma schildert de eieren, de boer vindt het fantastisch en de kippen krijgen tot slot een tv en iedereen is gelukkig. Er is geen sprake van herhaling.
De taalkeuze in het boek is iets ingewikkelder maar word veel afgewisseld met dialoog. De illustraties zijn groot maar ondersteunen de tekst iets minder.
De illustraties, het verhaal, … zorgen ervoor dat dit boek beter geschikt is voor kleuters uit de 2de-3de kleuterklas. Een erg leuk boek om te gebruiken! 4 sterren.



nog een link naar een site waar het boek te koop is:
http://www.bol.com/nl/index.html

Lore

Auteur: Elfi Nijssen             illustrator: Eline Van Lindenhuizen                 uitgeverij: Clavis                  jaar: 2009
Dit boek gaat over een meisje dat hardhorend is en alle kinderen vinden dat maar raar. Ze moet vaak vragen om iets te herhalen en haar vrienden vinden dat niet fijn, soms pesten ze haar zelfs met een liedje: ‘Lore kan niet horen!’ Ze durven haar soms niet aan te kijken omdat ze bang zijn. En het is zelfs gevaarlijk omdat als ze de weg wil oversteken ze de wagens niet hoort en als de bestuurders niet opletten kan ze overreden worden. De kinderen spelen niet met haar omdat er soms ruzie ontstaat omdat ze hen niet goed kan horen. De enige die haar wel begrijpt is haar hond Laika. Hij moet niet praten om iets te laten weten en hij is niet bang van haar. Daarna gaat Lore naar een dokter, een speciale oordokter. Hij doet verschillende testjes en achteraf prijst hij haar zelfs. Ze krijgt een hoorapparaat van hem en plotseling hoort ze alles dat is wel even wennen. Nu is alles goed tussen Lore en haar vrienden, geen ruzie meer, ze verstaat hen goed en ze mag meespelen. En nu hoort ze ook alle auto’s aankomen. Ze kan het apparaat zelfs regelen, zodat ze beter, of slechter hoort. Soms is het wel leuk om niet veel te horen, dan is het rustig. En alle kinderen, zijn nu een beetje jaloers op haar, omdat ze speciale ‘vriendjes’ heeft in haar oren.
Het boek heeft een dikke, stevige kaft met een simpele prent van Lara in het midden op een roze achtergrond. Het wekt niet speciaal nieuwsgierigheid, maar het is wel rustig en mooi. De illustraties in het boek zijn ook rustig, met maar enkele details. Het zijn aquarellen met mooie lichte pastelkleuren. Doordat de prenten zo eenvoudig zijn en de kaft niets verraad van de inhoud zou je kunnen denken dat het een boek voor jonge kleuters is, maar het thema is juist ingewikkelder.
Een meisje dat niet goed hoort is soms moeilijk voor kleuters uit het 1ste jaar. Het boek is meer informatief bedoeld om uitleg te geven over hoorapparaten en mensen die een klein beetje anders zijn. Je kan dit boek dan ook gebruiken in een thema dat over zintuigen handelt, of juist een thema speciaal over mensen met een beperking, hoewel dit wel een beetje ingewikkeld is. Je kan het ook gebruiken als een kindje in de klas ook een hoorapparaat nodig heeft, om uitleg te geven zowel aan het kind als aan de andere kleuters waarom het kind dit nodig heeft.
Het kader van het verhaal verandert heel vaak. Eerst is ze thuis, dan weer op school, op straat, bij de dokter, weer op school, … Dit kan misschien een beetje verwarrend zijn voor jonge kleuters, omdat er ook geen overgang is tussen de verschillende locaties. De tijd is niet duidelijk aangegeven in dit boek. Er is wel chronologie namelijk Lore hoort niet goed, ze gaat naar de dokter en dan hoort ze wel goed dankzij het hoorapparaat. Maar je weet niet of het de volgende dag gebeurt of een week later, … Er is ook geen ABDES-structuur maar eerder inleiding, midden en slot zoals de chronologie. De woorden in dit boek zijn ook verrijkend voor de kleuters omdat er een paar moeilijke woorden aan bod komen en deze duidelijk worden uitgelegd in het boek.
De conclusie is dat dit boek goed is voor informatie, maar door het ontbreken van humor en ABDES-structuur, is het niet echt een ‘leuk’ boek om voor te lezen. Toch is het een boek dat zeker kan gebruikt worden in eind 2de- begin 3de kleuterklas. Het boek krijgt 3 mooie sterren.

Nog een link naar een site waar het boek te koop is:
http://www.standaardboekhandel.be/home.action